be-1994-2239-part-ii-replies-flanders-wallonia-1998-to-alfn

Dieses Dokument ist Teil der Anfrage „Infringement proceedings 1990-1994

/ 17
PDF herunterladen
----- oo ıv DELULC LEEFMLILLOU emus 4

„

14.

e Opslagcapakciteit voor dierlijke mest

Wettelijke regeling :

- verplichte opslagcapaciteit van 6 maanden voor mengmest
(VLAREM I, artikel 5.9.2.3 + bijlage 5.9 (hoofdstuk VI);

- moet voldoen aan welbepaalde constructievoorwaarden
(LAREML, artikel 5.9.2.3 en 5.28.2.3 + bijlage 5.9 (Hoofdstukken 1 tot IV));
o.a. mestdicht, geen verbinding met riool, oppervlaktewater,...(zowel voor
opslagplaatsen voor mengmest als vaste mest)

- verplichte controle-inrichtingen op lekken voor grote bedrijven met mengmest-
opslag (>2.500 varkens, 1.500 inheemse grote zoogdieren, 40.000 stuks gevo-
gelte) en voor bedrijven in beschermingszones van grondwaterwingebieden

(VLAREM I, art. 5.9.7.1 en art. 5.9.9.2)

e Beperking var bet op de bodem brengen van meststoffen overeenkomstig de
landbouwpraktijken (mestdecreet art.14 en 15)

Algemene Bemestingslimieten (Kg/Ha)

m—— >  — ———

I Gewasgroep | Difosforpent- Stikstof : 1 Stikstof Uit

er age | engen |
| 450 |
| |

 

     
 
 

 

   

   

e

aim m |
urn i 1997: 75
[Ma | is:

| Gewassen Met Lage S- | 125

ı tikstof-Behoefte

Andere Genossen [10 |

   
  
 
    

|

2
m
35 |

    

 

 

 

 

Nitrsteuricktlijs (91/676/BEQ}
antw. Vlaanıs Gewest Ingebrekestelling
brief Commiuuie vas 23.10.1997

13/01 '98 MAR 17:14 I[TX/RX N 6742] 1015
1

Bin vr u uu co He

Bemestingslimieten Groep F‘ rn (K, a
>
Difosforpentoxyde

Totaal

| Niet-Gezinsveeteelibed-
| rüjven

N Grasland:

Mats: 6

i Gewassen Met Lage
Stikstofbehoefte: 60° |

| Andere Gewassen: 60 |

Andere Gewassen: 60

 

Het gebruik var andere meststoffen en slib is verboden in dit gebied.

EEE Groep Water et

  
  
 
 
 

 
   
     

    
  
 

  

Stikstof Uir
I Dierliijke Mest En | Uit .
| Andere Meststof- | Chemi-

| Difosforpen-
fen | | sche Mest-

toxyde

oa m N

| Mais [1
| Gewassen Met Lage s| |
| _ikstof- Behoefie

[anregen [m |

| Sttor

   
   
   
 

  

 

 

 

Nitratenrichtlifu (91/676/EEG)
antw. VIaams Gewest Ingebrekestelling
brief Commissie van 38.10.1997

13/01 '98 MAR 17:14 I[TX/RX N 6742] 016
2

o.-. vo00I8 IV DLLWIL LOL IA LEN Au. Li

ll

16.-

Bemestingslimieten Groep Natuur (Kg/Ha)

I Gewasgroep | Difosforpen- |

| foxyde |
orasima fm |
aan m fs |

|

|

 

 

 

 

=

    

      
     
   
       

    

Stikstof | Stikstof Uir
| Chemische Meststoffen

m, ———

 

 

 

 

| Gewassen Met Lage S- | | 125
| tikstof-Behoefte

andere Gevasıen — [is 15 I |

toxyde

| 1996: 160
1997: 155
| 1998: 150

  

 

 

| Stikstof Uir
Chemische M-
| eststoffen

   
  
 

  
  

  
  

I Stikstof Uit
Dierlijke
Mest En
| Andere
| Meststoffen

     

   
 
 

       
    
 
 

 

 
 
   
   

E. Controlemetingen

Voor de meting van de nitraatconcentraties omschreven in art. 6 en bijlage IV, kan
hier nogmaals benadrukt worden dat in de wetgeving geen gedetailleerde bepalingen
hieromtrent voorkomen, doch dat een voldoende basis is gelegd in de
reglementering waarvan sprake in de vorige brief aan de Commissie.

Bovendien kan nog op andere bepalingen gewezen worden, die aantonen dat de

bedoelde metingen effectief uitgevoerd worden:

Bitratenrichtiifu (91/676/EEG)
antw, Vlaams Gowest iogebrekostelling
brief Commisale van 28.10.1997

13/01 '98 MAR 17:14 I[TX/RX N’ 6742] 017
3

Te TIERES IUEIT PV BELGIE LEEFMILIEU PAG. 18

„l.

— Besluit'van de Vlaamse regering van 24 juli'1991 houdende vaststelling van de
statuten van de Vlaamse ‚Milieumaatschappij alsmede de aanwijzing van de plaats
waar zij wordt gevestigd”;

Bijlage 2.3.2 (artt. 1 (parameter 7) en 2), bijlage 2.3.3 (art. 1 (parameter 19),
bijlage 2.3.4 (art. 1 (parameter 7) en art. 2 (parameter 7) varı het besluit van de
Vlaamse regering van 1 juni 1995";

 

kl es 84 tot vaststelling van de algemene
normen die de kwaliteitsobjectieven bepalen van zoet oppervlaktewater dat
bestemd is voor de productie van drinkwater (B.S. 27.02.1985)";

houdende vaststelling van een technische reglementering inzake drinkwater-(B.S.
30.05.1989)'?;
— ärte2401. van Vlarem I.

Als bijlage is een kopie van deze wetgeving toegevoegd.

Naar aanleiding van de evaluatie van het mestdecreet zullen de beleidstaken terzake
formeel ingeschreven worden.

? De monitoring van de kwaliteit van het oppervlaktewater gebeurt jaarlijks door de Vlaamse
Milieumaatschappij. Het meetnet bestaat uit twee delen; een fysico-chemisch meetnet en een meetnet voor de
biologische waterkwaliteit.

!® In deze bijlagen worden de milieukwaliteitsnormen voor de verschillende oppervlaktewateren opgenomen,
alsook de verwijzing naar de referentiemethode zijnde moleculaire absorptiespectrofotometrie; \

1 Daarin zijn enkele referentiemethodes ter bepaling van bepaalde waarden opgenomen (zie ook noot 9).

"? De monitoring van het grondwater gebeurt in eerste instantie door de verschillend maatschappijen die
instaan voor de winning van drinkwater. . -

3 Dagruit blijkt reeds dat de Afdeling Water het primair grondwatermeetnet beheert.

 

Nitsetenrichtiljo (91/676/BEG)
antw. Viaams Gewest Ingobrekestelliug
brief Commissfe vau 28.10,2997

13/01 '98 MAR 17:14 L[TX/RX N’ 6742] Mo18
4

ASHULFLIIO 10.14 +3222334393 PV BELGIE LEEFMILIEU PAG. 19

[2

il

©

Directive 91/676/CEE du Conseil, du 12 d&cembre 1991 concernant la
protection des eaux contre les nitrates A partir de sources agricoles

Mise en demeure SG(97) D/8833 du 28/10/1997 adressse par la Commission au
Royaume de Belgique

Reponse de la Rögion wallonne

Cette note r&pond aux griefs exposös par la Commission & l’encontre de la Region wallonne,
qui concernent deux obligations contenues dans la directive, A savoir la conformitö du Code

‘ de bonnes Pratiques agricoles (ci-aprös not& CBPA) aux öläments precises dans l’annexe Il
et ladoption de programmes d’action et de surveillance portant sur les zones vulnerables
designees, en vertu de l’article 5.

1._ Code de R Pratiques Agrico)

Le CBPA tel que publie a F’annexe ! de l’arrät& du Gouvernement wallon du 5 mai 1994
relatif A la protection des eaux contre les nitrates a -partir de sources agricoles (annexe 1)
precise dans son introduction que les consignes qu’il contient “complete(nt) les
reglementations existantes dans le domaine et notamment l’arrät& de lExecutif regional
walion du 4 juillet 1991, relatif aux rägles d’epandage des effluents d’elevage”.

Les el&ments du point A de l’annexe Il de la directive qui ne sont pas couverts par le CBPA
sont listes ci-dessous, en regard de l'article de l’arr&t& du 4 juillet 1991 qui y repond::
1) les pariodes pendant lesquelles l’epandage de fertilisants est inappropri6 :
Art. 7 Du 1er novembre au 1er mars, l'&pandage de lisier et de purin est interdit sur

les sols non couverts de vegstation ou de residus vegetaux, sauf si l’effluent est incorpor&
au sol le jour mäme de son application.

g.

2) les conditions d’&pandage des fertilisants sur les sols en forte pente::
Art, 5 Lorsque la pente moyenne du sol est superieure & 6 %, l’epandage de lisier et

de purin est interdit sur les sols non couverts de vegstation, sauf si l’effluent est incorpor&
au sol le jour m&me de son application.

Ar
13/01 '98 MAR 17:14 LI[TXW/RX N’ 6742] 9019
5

LE nes -we. T "IILLLIISUISIT FV DELUALC LEECFrMLLLOU im. U

il

3) les conditions d'&pandage des fertilisants sur les sols d6tremp6s, inondes, gelös (les
conditions d’epandage sur les sols couverts de neige sont precisaes dans le CBPA):

Art. 4 En aucun cas, la capacit& d’absorption du sol ne peut &tre d&passae. Cette
capacite est r&put&e d6pass&e s’il y a une stagnation de plus de 24 heures de lisier ou de
purin ou s'll se produit un ruissellement en dehors de la zone d’&pandage

Art.8 L’&pandage de lisier et de purin est interdit sur sol gele en permanence depuis
plus de 24 heures.

4) les conditions d’&pandage des fertillisants pres des cours d’eau :

Art. 6 L’epandage des effluents d’elevage est interdit & moins de dix metres des
crötes de berge d’un cours d’eau ou d’un fosse.

La Rägion estime donc que, considsrant‘la mention de l'arrete du 4 juillet 1991 dans le
CBPA, le CBPA publi& dans l’arrät6 du 5 mai 1994 est conforme & l’annexe Il de la directive.
En outre, la brochure distribu&e & tous les agriculteurs de la Region reprend in extenso
l'ensemble des dispositions cit&es ci-dessus.

L’arrät& du 4 juillet 1991 n’a cependant pas &te notifie officiellement a la Commission,
cönformement au point 1 de la lettre de mise en demeure du 18 mai 1995. La pr&sente
räponse constitue des lors la notification officielle de l’arrät& du 4 juillet 1991 (annexe 2).

Au niveau de la nappe aquifere de Hesbaye, l’analyse des eaux souterraines indique depuis
plusieurs annd&es une tendance & la croissance des teneurs en nitrates. Localement, la
limite des 50 mg/l est depassse. Cette situation a amene les producteurs d’eau ä& mettre sur
pied des 1993, en collaboration troite avec la Region et en association avec ie monde
agricole, un programme de recherches de 3 ans intitul@ Programme-Action Hesbaye, dont
l'objectif consistait & d&terminer et & quantifier lorigine des nitrates percolant vers la nappe
aquifere de Hesbaye, & &tudier les modalit@s de transport vers et dans la nappe, A
sensibiliser la population, en particulier les agriculteurs et les autorit6s locales aux
probl@mes de lessivage des nitrates et de contamination des nappes et & definir, in fine, une
serie de mesures afin de pr&server la qualit& des eaux souterraines.

Une premiere version de l’avant-projet d’arr&t& ministeriel däfinissant le programme d’action .
dans la zone vulnörable du Cr&tac& de Hesbaye a etö &laborde en mars 1995 et a fait !objet
de plusieurs concertations.

Il est neanmoins apparu n&cessaire d’attendre la publication des r&sultats du Programme-
Action Hesbaye avant de finaliser l!’arrät& ministeriel. Suite & cette publication (mars 1996),
des mesures concemant les cultures intermediaires, pi@ges ä nitrates, ont et& ajoutees et
les .mesures relatives aux päriodes d’&pandage ont &t& ajust&es en fonction des rösultats
relatifs aux p&riodes de lessivage plus intensif. .

13/01 '98 MAR 17:14 L[TX/RX N® 6742] 1020
6

ar wage aan TILLLISUIIT PV BELGIE LEEFMILIEU Pac. 21

A *

au

w 3

Les dispositions relatives aux periodes d’interdiction d’e&pandage ne pourront toutefois &tre
appliquees que si les exploitations disposent de capacitss de stockage d'effluents
suffisantes. Un projet d’arrät& du Gouvernement wallon relatif & l’octroi de subvention pour
la mise en conformit& des infrastructures de stockage est donc en pr&paration sur base
d'une ötude du coüt de ces mises en conformit& dans la zone de Hesbaye, effectuse entre
mai et septembre 1996. Une parution simultanse des deux arretes est näcsssaire pour
assurer la coh@rence du programme d’action.

Le projet d’arröte ministeriel relatif au programme d’action a suscit& de nombreuses
reactions lors des r&unions de concertation avec les representants des organisations
professionnelles agricoles et des producteurs d’eau, portant notamment sur:

e le Code de Bonnes Pratiques Agricoles; \
e les periodes d’interdiction d’epandage et la couverture hivernale du sol;
« le stockage des effluents d’&levage.

Ces aspects ont alors 6t& discutes au sein de plusieurs commissions d’experts scientifiques.
Les avis formul&s par ces experts ont &t6 pris en compte et les versions döfinitives des
arretes doivent &tre soumises au Ministre et au Gouvernement wallon dans des delais assez

'brefs. Le programme de surveillance dont question au point 6 de l’article 5 de la directive
sera inclus dans l'arr&t6 ministeriel relatif au programme d’action.

Du personnel de terrain (un ingenieur agronome :et un technicien) est engagö depuis
novembre 1996 pour mettre en oeuvre le programme d’action dans la zone vulnerable du
Cretac& de Hesbaye.

Dans la zone vulngrable des Sables bruxelliens, a et& lanc& en juin 1997 un programme .de

recherche-action comprenant notamment de .nombreuses initiatives en matiäre de
vulgarisation et de sensibilisation. Sitöt arröt6 le programme d’action en’ zone de Hesbaye,
nous nous attacherons ä mettre en oeuvre le programme d’action relatif ä la zone des
Sables bruxelliens.

Ainsi, bien que les textes l&gaux ne soient pas encore publiös, des actions concr&tes sont

dejä menses dans les deux zones vulnerables designees, en vue de limiter la pollution des
eaux par les nitrates d’origine agricole.

DR
13/01 '98 MAR 17:14 I[TX/RX N 6742] Mo21
7

YA

27542 MONITEUR BELGE — 17.10.1997 — BELGISCH STAATSBLAD
— ee RER ren nn nn.
Art. 9. Le Ministre flamand qui a l’environnement dans ses attributions est charg& de l’execution du present
arrete. nr

Bruxelles, le 15 juillet 1997.

Le Ministre-President du Gouvernement flamand,
L. VAN DEN BRANDE

Le Ministre flamand de !’Environnement et de ’Emploi,
Th. KELCHTERMANS

N. 97 — 2374 IC - 97/36167]

15 JULI 1997. — Besluit van de Vlaamse regering tot uitvoering van de artikelen 3, $1,4°, 6,5 2,17,56en 18, 1° en
2° van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door
meststoffen

De Vlaamse regering,
Gelet op het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door
€ meststoffen, inzonderheid op de artikelen 17, $ 6 en 18, 1° en 2°, gewijzigd bij het decreet van 20 december 1995;
Gelet op het advies van de Stuurgroep Vlaamse Mestproblematiek, gegeven op 24 februari 1997 en 21 april 1997;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor begroting, gegeven op 7 juli 1997;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, 8 1,
gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996; \

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het decreet van 20 december 1995 tot wijziging van het decreet van 23 januari 1991 inzake de
bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen in werking is getreden op 1 januari 1996;

Overwegende dat het gebruik van het milieuvriendelijk fosfaatarm voeder gestimuleerd moet blijven;

Overwegende dat door de wijziging van voormeld decreet en in het kader van de prioritaire milieubeleidsopties
nadere regelen moeten worden vastgesteld voor de emissie-arme aanwending van de op cultuurgronden opgebrachte
dierlijke mest en andere meststoffen; '

KRERREIEONE dat in dezelfde optiek bijkomende nadere regels moeten worden vastgesteld inzake de opbrenging
van chemische meststoffen, dierlijike mest of andere meststoffen op cultuurgrond gelegen op hellingen of op drassige
gronden;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Leefmilieu en Tewerkstelling;
Na beraadslaging,

Besluit : .
Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

1° het decreet : het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging
door meststoffen;

2° arm aan ammoniakale stikstof: het gehalte aan ammoniakale stikstof is lager dan 20 % van het totale
stikstofgehalte in de meststof;

3° helling : niet-beteelde cultuurgronden met een hellingsgraad van meer dan 8 %;

4° drassige grond : een plaats waar de grondwatertafel zich op het ogenblik van de bemesting op minder dan 20 cm
onder het maaiveld bevindt. |

Art. 2. De nutriöntenbalans, bedoeld in de artikelen 3, 8 1, 4° en 6, $ 2 van het decreet mag bij de aangifte van het
kalenderjaar 1997 voor de rubriek varkens en als fosfaatarm voeder gebruikt wordt, bewezen worden als volgt.

In de semi-forfaitaire mineralenbalans voor de berekening van het mestoverschot uitgedrukt in kg difosforpen-
toxyde MO,: s

MO, = MP,+CM,+AM,-Mg,

mag de term MP, voor varkens berekend worden als volgt:
MP, = aantal dieren x (Pnorm x 0,9);

mits elk van deze berekende termen gestaafd wordt.

Het bewijs moet dan geleverd worden dat de voeding voor de varkens in het jaar 1997 heeft bestaan uit
laag-fosforvoeder aan de hand van door de mestbank erkende attesten.

Met uitzondering van chemische meststof mogen alle termen berekend worden volgens de forfaitaire cijfers van
het mestdecreet. =

Art. 3. $ 1. De emissie-arme aanwending van de op cultuurgrond opgebrachte dierliike mest en andere
meststoffen, bedoeld in artikel 17, $ 6 van het decreet wordt onderworpen aan de regels van 8 2.
8 2. Bij bemesting mogen de toegediende meststoffen niet afspoelen.

Andere meststoffen en stalmest die arm zijn aan ammoniakale stikstof worden emissie-arm opgebracht, als ze
binnen de 24 uur worden ondergewerkt.

$ 3. Onder emissie-arme opbrenging van andere meststoffen en vaste dierlijke mest die rijk zijn aan ammoniakale
stikstof en van vloeibare dierlijke en vloeibare andere meststoffen wordt verstaan:

1° Voor grasland :

’
8

MONITEUR BELGE — 17.10.1997 — BELGISCH STAATSBLAD -

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION
GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN
GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

VLAAMSE GEMEENSCHAP — COMMUNAUTE FLAMANDE

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP
N. 97 — 2373 - [C - 97/36168]

15 JULI 1997. — Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van vier besluiten van de Vlaamse regering van
20 december 1995 tot uitvoering van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu
tegen de verontreiniging door meststoffen

De Vlaamse regering,

Gelet op het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door
meststoffen, inzonderheid op de artikelen 2bis, 9, 11, 14, 15 en 17, gewijzigd bij de decreten van 25 juni 1992,
18 december 1992, 22 december 1993 en 20 december 1995, en op artikel 32, ingevoegd bij het decreet van
20 december 1995;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 20 december 1995 tot uitvoering van sommige artikelen van het
decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 20 december 1995 houdende dlreriog van artikel 9,$2en$ 3
van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door
meststoffen;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 20 december 1995 tot aanduiding van de nitraatgevoelige

ebieden in het kader van het decreet van 24 januari 1984 houdende maatregelen inzake het grondwaterbeheer en van
de zones zoals bedoeld in artikel 15, $ 2 en artikel 17, $ 3 van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming
van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 20 december 1995 tot uitvoering van artikel 14,87 van het decreet
van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 20 december 1995 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse
regering van 27 maart 1985 houdende reglementering van de handelingen binnen de waterwingebieden en de
beschermingszones;

Gelet op het ministerieel besluit van 3 september 1996 houdende de afbakening van het waterwingebied en de
beschermingszones rond de grondwaterwinning van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening gelegen te
Neerpelt; \

Gelet op de adviezen van de Stuurgroep Vlaamse Mestproblematiek, gegeven op 24 februari 1997 en 21 april 1997;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor begroting, gegeven op 7 juli 1997;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, 5 1,
gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende de noodzaak om de omzendbrief van 11 maart 1997 in voorliggend besluit te vervolledigen, om de
betrokkenen tijdig in staat te stellen de aangifte van de teeltcombinatie gras-mais te doen bij de Mestbank, om het
transport van dierlijk mest overeenkomstig artikel 9, $2 en $ 3 van het decreet op milieukundig verantwoorde wijze
te laten verlopen, om de kalverhouders en le hennenhouders in staat te stellen hun mestverwerkingsplannen voor te
leggen aan de Stuurgroep Vlaamse Mestproblematiek en om de vergoedingen voor 1997 zoals voorzien in artikel 15,
$ 9 van het decreet te beperken de waterwinning en de beschermingszones type len II te Neerpelt;

Overwegende dat het decreet van 20 december 1995 tot wijziging van het decreet van 23 januari 1991 inzake de
bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen in werking is getreden op 1 januari 1996; dat
door de vermelde wiziging van het decreet nieuwe bepalingen betreffende mestvervoer en mestafzet worden
opgelegd; dat deze bepalingen in de kalverhouderij een totale ontwrichting van de sector met zich meebrengen,
doordat deze bedrijven zich onmogelijk op zeer korte termijn kunnen inschakelen in het door het Vlaamse Parlement
nagestreefde beleid; dat de kalvergier van een dusdanige kwaliteit is dat deze niet over een langere afstand afgezet kan
worden; dat het decreet tot wijziging van voormeld decreet bepaalt dat voor de sector van de kalvermesterij

afwijkingen kunnen worden toegestaan op de bepalingen van mestafzet en vervoer en zulks tot 31 december 1998;

Overwegende dat artikel 32 van het decreet van 20 december 1995 tot wijziging van het decreet van 23 januari 1991
inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen de Vlaamse regering machtigt een
tijdelijke regeling te treffen, die afwijkt van de artikelen 8 en 9 van het voornoemde decreet, indien de onmiddellijke
effecten van dit decreet de bedrijfsvoering in de kalvermesterij zouden ontwrichten; dat de kalversector hieromtrent
duidelijkheid moet krijgen, en dat hiermee niet getalmd kan worden omdat het nieuwe bemestingsseizoen al begonnen
is; .

Overwegende dat het tot de decretale taken van de Mestbank behoort adviezen te verstrekken aan de Vlaamse
regering over alle aangelegenheden die betrekking hebben op de verwerking van dierlijke mest;

Overwegende dat preciezere regels voor het onderzoek naar de vo!ledigheid van de aangiften vastgesteld moeten
worden;

Overwegende dat door de wijziging van het voornoemde decreet onmiddellijk nieuwe bepalingen voor
teeltcombinaties worden opgelegd;

Overwegende dat de aanvraag voor verhoogde bemesting in te dienen voor 1 juni zoals bepaald in voormeld
besluit van 20 december 1995 tot uitvoering van artikel 14, 8 7 van het voornoemde decreet een probleem inzake
controle stelt voor de teeltcombinatie zoals vermeld in artikel 2, 1° van hetzelfde besluit;

Overwegende dat de zone van het Krijt tussen de liin Oreye-Tongeren-Sluizen en de grens van het Waalse Gewest
wegens de aanwezigheid van grondwaterwinningen als nitraatgevoelige zone A afgebakend moet worden; dat het
overige deel van de zone tussen Maastricht en Tongeren als nitraatgevoelig gebied afgebakend kan worden;
9

. pour la est obligatoire ou si aucun arrangement & l’amiable n’a pu Etre conc

_ est requise, ne peut exiger le remboursement du restant

MONITEUR BELGE — 17.10.1997 — BELGISCH STAATSBLAD

d’engager. la procedure d’acquisition dont l’indemnite est determinde conform&ment aux rögles de la lögislation
d’expropriation. L’indemnit pour acquisition obligatoire est fix&e--conform&ment aux regles d’indemnisation
applicables aux expropriations d’utilit€ publique, compte tenu de la valeur du bien aux dates de r&ference cit&es
ci-dessous au $ 3, premier alin&a, mais sans que soit tenue compte de la d£preciation de valeur aux termes de F’art. 15,
5 5 ou des mesures prises sur base de cette disposition. . \ 5;

$ 2. La demande d’acquisition obligatoire doit &tre adressee A la « Mestbank » par lettre recommandee & la poste.
Dans un d£lai de deux mois, la « Mestbank » notifie au demandeur Par lettre recommandee si sa demande est prise en
compte pour la proc&dure d’acquisition obligatoire. & ee rn

53. A defaut.de notification vis6e au $ 2 ou si la « Mestbank » fait savoir que la demande n’est ps prise en compte

u dans un delai de .

douze mois A compter de la demande, le demandeur Peut porter la demande d’acqusition Once devant le juge de...
paix du lieu oü le bien est &tabli. Le jugement constatant qu'il est satisfait aux exigences de "acquisition obligatoire, -
Empore la cession de la propri6te. La date de ce jugement est la date reference pour la constatation de la valeur yenale
dubien ..- . m a

Lindemnite fix&e A titre definitif par le juge est vers6e par la « Mestbank » A la Caisse des Depdts et Consignations
en ex&cution du jugement et saris qu’elle soit notifiee & l’avance. Ce versement tient lieu de li ration. .-

Sur le vu de la decision judiciaire et du certificat delivr& apres la date de transcription du jugement faisänt
apparaitre que le bien est exempt de toute Me, l’agent de-la Caisse des Depöts et-Consignations est tenu de
remettre le montant vers€ aux ayants droit sı les sommes vers&es ne font pas l’objet d’une saisie ou d’un recours.

Si ce certificat n’est pas produit oü säßn’est pas &tabli que la saisie ou le recours est lev& ou si le jugement fixant
la valeur venale du bien n’a pas regl& les droits respectifs du proprietaire et/ou. de l“usufruitier, le paiement ne peut
s’effectuer qu’en ex&cution de la. decision judiciaire. . . . : =

.Le jugement.affranchit le bien acquis obligatoirement de toutes demandes de resolution ou de revendication ainsi

‚ que de toutes autres actions reelles; le droit des demandeurs passe ä la somme fixe par le juge comme valeur venale.

Le cr&ancier dont la cr6anie est garantie Li IL peihege sur un bien immobilier dont Y’acquisition obligatoire
e sa cr&ance pour la seule cause de division deson hypotheque
ou de son capital. ». gi ; a ®

Art. 12. Le present arrät6 produit ses effets le 1°" janvier 1996. . 0

„ar 13. Le Ministre flamand qui a Penvironnement dans ses attributions, est charg& de Pexecution du present

arräte. nd =“ A Bu

Bruxelles, le 15 juillet 1997. . tn .
„5° Le Ministre-President du Gouvernement flamand,

BE ‚L. VAN DEN BRANDE _. en .

Le Ministre flamand de !’Environnement et de l’Emploi;
Th.KELCHTERMANS.

N. 97 236 , ©. 2. 1C- 97/41]

15 JULI 1997. — Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van

19 imaart 1996 houdende regeling -van de bijkomende afnameplicht en bemiddeling .voor bijkomende .
. mestoverschotten in sommige gebiedeni waar verscherpte bemestingsnormen gelden . . E; “

De Vlaamse regering,

Gelet op het-decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door
meststoffen, inizonderheid op de artikelen 11, 8 1, 3°, artikel 15 en artikel 21, $ 4, gewijzigd bij de decreten van
25 juni 1992 en 20 december 1995; . . : oe

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 20 december 1995 tot vaststelling van de vergoedingen, voor de
jaren 1996 en 1997, in uitvoering van artikel 15, $ 9 van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het
leefmilieu tegen de verontreinigirig door meststoffen, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 15 juli 1997;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 19 maart 1996 houdende regeling van de bijkomende
afnameplicht en bemiddeling voor bijkomende mestoverschatten in sommige gebieden waar verscherpte bemestings-
normen gelden; . : - on wi on weh.

Gelet op het advies van de Stuurgroep Vlaamse Mestproblematiek, gegeven op 10 oktober 1996;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor begröting, gegeven op 7 juli 1997;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, 8 1, \
gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996; — oo

Gelet op. de dringende noodzakelijkheid;

‚Overwegende dät het decreet van 20 december 1995 tot wijziging van het decreet van-23 januari 1991 inzake de
bescherming van het leefmilieu En de verontreiniging door meststoffen in werking is getreden op 1 januari 1996; dat
de bedrijven die extra mestoverschotten hebben ten gevolge van de strengere bemestingsnormen voor cultuurgronden
gelegen'in de bepaalde gebieden dringend geholpen moeten worden; 0 IE:

Op voorstel van de Vlaamse minister van Leefmilieu en Tewerkstelling;

Na beraadslaging, j

Besluit :

Artikel 1. In artikel 3 van het besluit van de Vlaamse regering van 19 maart 1996 houdende regeling van de -
bijkomende afnameplicht en bemiddeling voor bijkomende mestoverschotten in sommige gebieden waar verscherpte
bemestingsnormen gelden worden de woorden « in artikel 1 bedoelde gebieden » vervangen door de woorden « in
artikel 2 bedoelde gebieden ».
10

Zur nächsten Seite