be-1994-2239-ro-258-of-23-11-98-reply-bxc-10-12-98-flanders-19-2-99-pre-260-of-29-6-2007

Dieses Dokument ist Teil der Anfrage „Infringement proceedings 1990-1994

/ 31
PDF herunterladen
Wanneer er mestproductie is, kan men een jaarlijkse toevoer
van 12 tot 13 t per ha en per jaar als normaal beschouwen.
Deze mesttoevoer gebeurt meestal in &en keer in het begin van
de vruchtwisselcyclus, met name in het geheel circa 40 t voor
een driejarige wisseling, wat in geval van bemesting met een
gemiddelde toevoer van 200-210 kg per ha/3 jaar organische
stikstof overeenstenmt.

Dezelfde hoeveelheid stikstof kan ook met 45 t runderaalt, 35
t varkensaalt ofwel 22 t aalt van pluimvee worden bereikt.

Maximale stikstofhoudende bodembemesting op maai- en
grasweiden

In weiden wordt de toevoer van een hoeveelheid dierlijke mest
overeenkomend met 200 kg/ha stikstof gevolgd door verscheidene
tussentijdse strooibeurten van 40 tot 50 kg/ha minerale
meststoffen, waarbij men een totale hoeveelheid van 350
kg/ha/jaar niet mag overschrijden.

De overeenstemming van de stikstofproductie in dierlijke mest
per categorie dieren gebeurt op basis van onderstaande tabel

Categorie dieren kg N/kop/jaar

Runderen

Melkkoeien 99,00
Zoogkoeien 73.00
Afgedankte koeien 73.00
Runderen (0 to 1 jaar) 14.00
Runderen (1 tot 2 jaar) 37.00
Runderen van meer dan 2 jaar 73.00
Stierkalveren (6 tot 12 maanden) 28.00
Stierkalveren (1 jaar of meer) 56.00
Varkens

Mestvarkens 11.60
Zeugen in productie 32.40
Pluimvee

Legkippen 0.56
Kippen en kippetjes 0.24
Vleeskippen 0.43
Reproductiehanen 0.43
Eenden, ganzen, kalkoenen 0.81
Parelhoenders 0.51

Schapen en geiten

jonger dan 1 jaar 13.20
ouder dan 1 jaar 26.40
Konijnen

Voedsters 3.60
Paardachtigen 63.00
1

6.2. Gelijkvorimge verspreiding

De bouw- en regeleigenschappen van het bemestingmateriaal en
de staat waarin het verkeert moeten een regelmatige
verspreiding van de meststoffen verzekeren.

Het strooimateriaal is in goede staat van werking en wordt
slechts met strenge inachtneming van de door de constructeur
toegestane hoeveelheden en strooibreedtes gebruikt.

Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Brusselse
Hoofdstedelijke Regering van.....eeeeeeerennenen betreffende
de bescherming van het water tegen de verontreiniging door
nitraten uit agrarische bronnen.

De Minister-Voorzitter,
Charles PICOUE

De Minister van Leefmilieu,
Didier GOSUIN

10
2

BIJLAGE II

MAATREGELEN DIE IN DE ACTIEPROGRAMM‘\S MOETEN WORDEN OPGENOMEN

De maatregelen bepalen ondermeer

de periodes waarin het strooien van bepaalde soorten
meststoffen verboden is ;

de capaciteit van de voor opslag van dierlijke mest
bestemde kuipen; die moet groter zijn dan de capaciteit die
nodig is voor de opslag gedurende de langste periode var
verbod op de bemesting in de kwetsbare zone behalve indien
bewezen kan worden dat de dierlijke mest die de werkelijke
mestopslagcapaciteit overschrijdt, afgevoerd zal worden
zonder het milieu aan te tasten ;

de beperking van de bemesting volgens de Code van goede
landbouwpraktijken, met inachtneming van de eigenschappen
van de betrokken kwetsbare zone, met name

a) bodemgesteldheid, grondsoort en schuinte van de
hellingen ;
b) weersomstandigheden, neerslag en irrigatie ;
c) bodemgebruik en landbouwpraktijken, waaronder
vruchtwisselingssystemen ;
op basis van een balans tussen
i) de te verwachten stikstofbehoeften van de gewassen en
ii)de stikstoftoevoer naar de gewassen uit de bodem en
uit bemesting neerkomend op
- de hoeveelheid stikstof die in de bodem aanwezig is
op het ogenblik waarop het gewas deze stikstof in
belangrijke mate begint te gebruiken (overblijvende
hoeveelheden aan het einde van de winter) ;
- de stikstoftoevoer door de nettomineralisatie van de
voorraden organische stikstof in de bodem ;
- de toevoeging van stikstofverbindingen uit dierlijke
mest ;
- de toevoeging van stikstofverbindingen uit kunstmest
en andere meststoffen.

Deze maatregelen garanderen dat de jaarlijkse bemesting,
met inbegrip van wat de dieren zelf voortbrengen, voor elk
landbouw- of veehouderijbedrijf een bepaalde hoeveelheid
per hectare niet overschrijdt.

De opgelegde hoeveelheid per hectare is de hoeveelheid mest
die 170 kq stikstof bevat.

Id
3

Er dient nochtans opgemerkt dat

a) voor het eerste vierjarig actieprogramma een hoeveelheid
dierlijke mest met 210 kg stikstof kan worden
toegestaan ;

b) gedurende en na het eerste vierjarig actieprogramma
andere hoeveelheden dan de voormelde mogen worden
vastgelegd. Deze hoeveelheden moeten zo worden
vastgesteld dat geen afbreuk wordt gedaan aan het
bereiken van de in artikel 2 bedoelde doelstellingen en
ze moeten worden gemotiveerd aan de hand van objectieve
criteria, met name
- lange groeiperiodes
- gewassen met hoge stikstofopname ;

- hoge nettoneerslag in de kwetsbare zone ;
- bodems met een uitzonderlijk hoog
denitrificatievermogen.

3) De onder punt 2 bedoelde hoeveelheden kunnen worden
berekend naargelang van het aantal dieren.

4) Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest brengt de FEuropese
Commissie op de hoogte van de wijze waarop punt 2 wordt
toegepast.

Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Brusselse
Hoofdstedelijke Regering VAN wenn betreffende de
bescherming van het water tegen de verontreiniging door
nitraten uit agrarische bronnen.

De Minister-Voorzitter,
Charles PICOUE

De Minister van Leefmilieu,
Didier GOSUIN

12
4

BIJLAGE III

TABEL TER AANDUIDING VAN DE ANALYSEFREQUENTIE VAN

NITRATEN, NITRIETEN EN AMMONIUMSTIKSTOF OP DE PLAATSEN

VAN MONSTERNEMING DIE MET TOEPASSING VAN ARTIKEL 7, 2°

TOT HET CONTROLENET BEHOREN

Geproduceerd watervolume in Aantal monsternemingen/jaar
duizenden m? per dag

minder dan 1 3
1 tot 2 3
2 tot 10 6
10 tot 20 1,2
20 tot 30 18
30 tot 60 36
60 tot 100 60
meer dan 100 120

Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Brusselse
Hoofdstedelijke Regering Van. »:ı 0 0 se we n0 betreffende de
bescherming van het water tegen de verontreiniging door
nitraten uit agrarische bronnen.

De Minister-Voorzitter,
Charles PICOUE

De Minister van Leefmilieu,
Didier GOSUIN

13
5

BIJLAGE IV

INFORMATIE DIE MOET WORDEN OPGENOMEN IN DE IN ARTIKEL 8
BEDOELDE VERSLAGEN

l.Een verslag over het krachtens artikel 5 gevoerde
preventiebeleid.

2.Een kaart waarop het volgende is aangegeven:

a) de in artikel 4, eerste lid, 1° en 2° bedoelde wateren
waarbij voor elk soort water wordt vermeld welke onder
punt 1 en punt 2 opgesomde criteria voor de identificatie
gebruikt werd ;

b) de ligging van de afgebakende kwetsbare zones,
onderscheiden naar bestaande zones en zones die sedert
het vorige verslag zijn aangeduid.

3.Een overzicht van de krachtens artikel 7 verkregen
controleresultaten met inbegrip van een uiteenzetting van de
overwegingen die hebben geleid tot de aanduiding van elke
kwetsbare zone of tot herziening of aanvulling van de lijst
van kwetsbare zones.

4.Een overzicht van de overeenkomstig artikel 6 opgestelde
actieprogramma’s en met name van

a) de krachtens artikel 6, $ 2 ,„ vereiste maatregelen ;

b) de krachtens bijlage II, punt 4 ‚vereiste informatie;

c) een uiteenzetting van de wijze waarop bijlage II, punt 2,
wordt uitgevoerd ;

d) een overzicht van de resultaten van de overeenkomstig
artikel 6, S 3 ,„ uitgevoerde controleprogramma’s;

e) de veronderstellingen van de Lid-Staten omtrent de
vermoedelijke termijn waarbinnen de maatregelen in het
actieprogramma naar verwachting effect zullen hebben op
de overeenkomstig artikel 4,eerste lid, 1°, 2°, bedoelde
wateren, met een indicatie van een onzekerheidsfactor in
die veronderstellingen.

Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Brusselse
Hoofdstedelijke Regering Vans ıa omas uns betreffende de
bescherming van het water tegen de verontreiniging door
nitraten uit agrarische bronnen.

De Minister-Voorzitter,
Charles PICOUE

De Minister van Leefmilieu
Didier GOSUIN

14
6

BIJLAGE V

REFERENTIEMEETMETHODES

Kunstmest

Stikstofverbindingen worden gemeten met behulp van de methode
beschreven in Richtlijn 77/535/EEG van de Commissie van 22
juni 1977 betreffend de onderlinge aanpassing van de
wetgevingen van de Lid-Staten inzake de bemonsterings- en
analysemethoden voor meststoffen, zoals gewijzigd bij
Richtlijn 89/519/EEG.

Zoet water, kustwater en zeewater

De nitraatconcentratie wordt gemeten overeenkomstig artikel
4bis,$S 3 van beschikking 77/795/EEG van de Raad van 12
december 1977 tot instelling van een gemeenschappelijke
procedure voor de uitwisseling van informatie over de
kwaliteit van zoet oppervlaktewater in de Gemeenschap, als
gewijzigd bij beschikking 86/574/EEG.

Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Brusselse
Hoofdstedelijke Regering van...eeeeeeeeeeee betreffende de
bescherming van het water tegen de verontreiniging door
nitraten uit agrarische bronnen.

De Minister-Voorzitter,
Charles PICOUE

De Minister van Leefmilieu,
Didier GOSUIN

19
7

1040 Brussel, Belliardstraat 62 - Tel. 233.21.11 Fax 231.10.75 Permanente Vertegenwoordiging van Belgie bij de Europese Unie                          DG XI 15/10/98 JL-.                                                            16576         A EXP: VAN DAELE FRANS Pll/550/68.898                         ATTR: 8.3           / (jJ ( I KopieN�onder bijlage                                 INFO: D.1       I       I - Cab. Gosuin Kopie met bijlage : - Kab. Peeters () - Cab. Lutgen ()                                    �RCH DI CCPN DI ➔SDI -+P._D - Kab. Kelchtermans () - Min. Volksgez. () - DG RNE () - IBG E () - AMINAL () - VMM () - .. rin. Landbouw () Mijnheer de Directeur-generaal, Betreft          NITRATENRICHTLIJN     (91/676/EEG)                          bijkomende ingebrekestelling dd. 28/10/97 (zaak 94/2239) omzetting door het Brussels Gewest. Ik heb de eer U hierna kopie van mijn schrijven aan de heer Trojan toe te sturen. ) Hoogachtend, De Permanent Vertegenwoordiger . van Daele De heer J. CURRIE Directeur-generaal Europese Commissie - DG XI Wetstraat, 200 1049 BRUSSEL
8

,                                                     1040 Brussel, Belliardstraat 62 - Tel. 233.21.11 Fax 231.10.75 Permanente Vertegenwoordiging van Belgie bij de Europese Unie JL..,_ Pll/550/68.898 KopieNEonder bijlage - Cab. Gosuin Kopie met bijlage : - ·· . Mijnheer de Secretaris-generaal, Betreft          NITRATENRICHTLIJN    (91/676/EEG)                         bijkomende ingebrekestelling dd. 28/10/97 (zaak 94/2239) omzetting door het Brussels Gewest. Met verwijzing naar de ontbrekende omzetting van de bovenvermelde richtlijn door het Brussels Gewest, een van de grieven opgenomen in de bijkomende ingebrekestelling (ref. SG/D(97) 8833) dd. 28/10/97, heb ik de eer U, in bijlag�, het )             voorontwerp van wetgeving terzake toe te sturen.                            Het werd naar de Raad van State gestuurd voor advies zodanig dat de goedkeuringsprocedure kan worden afgerond. Hoogachtend, De Permanent Vertegenwoordiger F. van Daele De heer Carlo TROJAN Secretaris-generaal Europese Commissie Wetstraat, 200 1049 BRUSSEL
9

N/Ref. : JUR/6847/SF-an

Avant-projet d’arräöte du Gouvernement de la Region de Bruxelles-
Capitale relatif a la protection des eaux contre la pollution
par les nitrates a partir de sources agricoles

Le Gouvernement de la Region de Bruxelles-Capitale,

Vu la Directive du Conseil des Communaut&es europ&ennes
91/676/CEE du 12 decembre 1991 concernant la protection des eaux
contre la pollution par les nitrates ä partir de sources
agricoles ;

Vu la loi du 26 mars 1971 sur la protection des eaux de surface
contre la pollution ;

vu la loi du 26 mars 1971 sur la protection des eaux
souterraines ;

vu l’ordonnance du 5 juin 4987 relative aux permis
d’environnement ;

Vu l’avis du Conseil de l1’Environnement donn& le ....:r2c222.. 5

Vu les lois coordonn&es sur le Conseil d’Etat du 12 janvier
1973, notamment l’article 3 S$S 1°”;

Vu l’urgence r&sultant de la n&cessit@ de transposer en droit
bruxellois formellement et sans d&lai la directive 9/676/CEE du
12 decembre 1991 concernant la pollution par les nitrates ä
partir des sources agricoles en raison du refus de la Commission
de consid&erer cette directive comme inapplicable en Region de
Bruxelles-Capitale vu le caractere marginal des exploitations
agricoles ;

Consid&erant l’avis motiv&e adress@ ä& la Belgique le 24 avril 1998
par la Commission europ&@enne et le delai restreint laisse pour

se conformer ä cet avis ;

Sur proposition du Ministre de 1’Environnement ;

ARRETE
Article 1°
Pour l’application du pr&@sent arr&te, il faut entendre par

1° « IBGE » : Institut bruxellois pour la Gestion de
1’Environnement ;
10

Zur nächsten Seite