nl-1990-4113-reply-of-27-4-2004

Dieses Dokument ist Teil der Anfrage „Infringement proceedings 1990-1994

/ 3
PDF herunterladen
COMMISSION EUROPEENNE SECRETARIAT GENERAL SG.B.1 Bruxelles, le 29/04/04 SG(04)A/4694.-- /1 Normal BORDEREAU D'ENVOI DU COURRIER En attribution:               MME DAY CATHERINE (DG ENVIRONNEMENT) Pour information:             (SERVICE JURIDIQUE) (SG) De: (REPRESENTATION PERMANENTE DES PAYS-BAS) Reference:                    16527/04 Date du:                       27/04/2004               ·✓ Objet:                         INFRACTION A/1990/4113 PAYS BAS- WATER-DIR 76/464, AND DIR 83/513 (VALOES AND OBJECTIVES FOR CADMIUM DISCHARGES) RIVER SCHELDT �3(S�3,. Bordereau emis pour le Secretariat general par : Brey 10//49 Tel.: 66824 Pour information ou changements :                                       E-Mail : SG BORDEREAU Fax: 64335
1

Permanente Vertegenwoordiging van het Koninkrijk der Nederlanden Secretariaat Generaal                                                                                     Juridische en Institutionele Zaken Herrrnam van de Europese Cornrnissie                                                                               DebroulHt!Mt-4-8---�---=--:-t..niTil Wetstraat 200                                                                                             B-1160�l2          00   4)  A/ I 049 Brussel 2 9 AVR. 2004 SG.81 Datum         27 april 2004                                                                               Auteur Kenmerk       JIZ- I 6527/04                                                                              Telefoon        0032-2-679.15.22 0032-2-679.17.74 Blad          1/2                                                                                         Fax Bijlage(n)    2 (1 bijlage volgt later)                                                                   E-mail         bre-jiz@minbuza.nl Betrefl       Art 228 EGV� zaak 1990/4113; uitvoering arrest C-152/98 J)c, E,fl• A_n LQ. oU.lfl vO{),.._ .JJ t    M· Jliu In uw brief van 19 december 2003 met kenmerk 233635, bracht de Cornrnissie een aanvullend met redenen   omkleed nemen welke     nodigadvies  uit,uitvoering zijn ter  stellende dat vanhet hetKoninkrijk   der Hof arrest van het Nederlanden    door van Justitie  vanniet de alle maatregelen te Europese Gemeenschappen bepaalde   gevaarlijkevanstoffen 10 meidie2001 in zaak in het      C-152/98 aquatisch       betreffende milieu           de verontreiniging van de Gemeenschap       wardenveroorzaakt   door geloosd, een krachtens verplichtingartikel 228 niet is   van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap op hem rustende nagekomen. De Cornrnissie verzocht het Koninkrijk der Nederlanden krachtens artikel 228, lid 2, van het EG-Verdrag de nodige maatregelen te nemen om dit aanvullende met redenen omkleed advies binnen twee maanden na de ontvangst ervan op te volgen. Met het schrijven van 19 februari 2004 met kenmerk JIZ-16203/04, heeft de Nederlandse regering de Commissie verzocht ermee in te stemmen dat de regeling waarmee Nederland gevolg geeft aan het aanvullende deze regelingmetde redenen    omkleed Cornrnissie,   zodraadvies  uiterlijk ze definitief    eind maarten2004 vastgesteld         in werking gepubliceerd   is,treedt en aangegeven, onverwijld  zal wardendat toegezonden. Intussen is de regeling vastgesteld en gepubliceerd in de Staatscourant, nr. 68 van 7 april 2004. Bijgaand doe ik u afschrift van deze publicatie toekomen. De Nederlandse regering hoopt u hiermede naar genoegen te hebben geYnformeerd De Permanent Vertegenwoordiger, voor deze, Mr. Am�raad
2

VROM, VW

Wijziging Regeling milieukwaliteitseisen Scheldebekken

Regeling van de Staatssecretaris van
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening
en Milieubeheer en de Staatssecretaris
van Verkeer en Waterstaat van 5 april
2004, nr. MJZ2004032007, Directoraat-
GeneraalMilieubeheer, Directie Bodem,
Water en Landelijk gebied, Afdeling
Water, houdende wijziging van de Rege-
ling inzake milieukwaliteitseisen voor het
Scheldebekken

De Staatssecretaris van Volkshuisves-
ting, Ruimtelijke Ordening en Milieube-
heer en de Staatssecretaris van Verkeer
en Waterstaat,

Gelezen het arrest van het Hof van Justi-
tie van de Europese Gemeenschappen
van 10 mei 2001 (C-152/98);,

Gelet op Richtlijn nr. 76/464/EEG van
de Raad van de Europese gemeenschap-
pen van 4 mei 1976 betreffende de
verontreiniging veroorzaakt door
bepaalde gevaarlijke stoffen die in het
aquatisch milieu van de Gemeenschap
worden geloosd (PDEGL 129) en op de
artikelen 5.1, eerste lid en 5.2, eerste lid,
jo. 21.6, zesde lid, van de Wet milieube-
heer;

Besluiten:

Artikel I

De Regeling inzake milieukwaliteitsei-
sen voor het Scheldebekken wordt als
volgt gewijzigd:

1. In de artikelen 1, 2, eerste lid en in het
opschrift van de bijlage wordt ‘bijlage’
vervangen door: bijlage 1.

2. Aan het slot van artikel 1 wordt onder
vervanging van de punt door een komma
toegevoegd:

— bijlage 2: de bij deze regeling beho-
rende bijlage 2.

3. Aan het slot van het tweede lid van
artikel 2 wordt, onder vervanging van de
punt door een komma toegevoegd: en
geven daarbij uitvoering aan het in bijla-
ge 2 opgenomen programma van maat-
regelen.

4. Aan het slot van de bijlage wordt de
bij deze regeling gevoegde bijlage toe-
gevoegd als bijlage 2.

Artikel IT

Deze regeling treedt in werking met
ingang van de tweede dag na de dagte-
kening van de Staatscourant waarin zij
wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in
de Staatscourant worden geplaatst met
dien verstande dat de bijlage bij deze
regeling in een supplement bij de Staats-
courant zal worden geplaatst waarvan
mededeling zal worden gedaan in de
Staatscourant.

Den Haag, 5 april 2004.

De Staatssecretaris var
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening
en Milieubeheer,

P.L.B.A. van Geel.

De Staatssecretaris van Verkeer en
Waterstaat,

M.H. Schultz var Haegen.

Toelichting

Algemeen

Op 10 mei 2001 heeft het Hof van Justi-
tie van Europese Gemeenschappen in
een zaak die betrekking had op imple-
mentatie van de Richtlijn 76/464/EEG
(verder te noemen: Richtlijn) voor het
Scheldebekken bepaald, dat Nederland
de verplichtingen van deze Richtlijn ten
tijde van het met redenen omklede
advies op de volgende punten niet was
nagekomen: .

1. Nederland heeft voor de bestrijding
van lozingen van stoffen van lijst I,
waarvoor nog geen communautaire
grenswaarden zijn vastgelegd, ten
onrechte geen programma’”s met kwali-
teitsdoelstellingen opgesteld (artikel 7
van de Richtlijn). In plaats daarvan heeft
Nederland deze lozingen bestreden met
toepassing van de artikelen 3 tot en met
6 van de Richtlijn.

2. Voor een aantal andere verontreini-
gende stoffen heeft Nederland ten
onrechte geen kwaliteitsdoelstellingen
vastgesteld.

In het licht van bestaande Hofjurispru-
dentie zijn de bedoelde kwaliteitsdoel-
stellingen voor het Scheldebekken in een
Ministeri&le regeling vastgelegd en
gepubliceerd in de Staatscourant (Rege-
ling van de Staatssecretaris van Volks-
huisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer van 3 februari 2003, nr.
MJZ2002085859, en van de Staatssecre-
taris van Verkeer en Waterstaat inzake
milieukwaliteitseisen voor het Schelde-
bekken — Regeling inzake milieukwali-
teitseisen voor het Scheldebekken).

Om uitvoering te geven aan het arrest
van het Hof is naast genvemde Ministe-
riele regeling een programma opgesteld

Uit: Staatscourant 7 april 2004, nr. 68 / pag. 25

ter uitvoering van artikel 7 van de Richt-
lijn ter bestrijding van de verontreiniging
van het Scheldebekken. Dit programma
is bij gelegenheid van de totstandkoming
van de Ministeriele regeling gelijktijdig
met de toezending van het concept daar-
van aan de beide kamers der Staten-
Generaal, toegezonden aan de Tweede
Kamer der Staten-Generaal.

Op 19 december 2003 is vanuit de
Europese Commissie een Aanvullend
met redenen omkleed advies uitgebracht
inhoudend dat er onvolkomenheden zijn
ten aanzien van de formele vaststelling
en de bekendmaking van het programma
(1990/4113). De Commissie is van oor-
deel dat er geen aanwijzingen zijn dat
het programma overeenkomstig de voor-
schriften formeel in een juridisch bin-
dend instrument is vastgesteld. Voorlig-
gende regeling beoogt een oplossing te
bieden waarmee aan het bezwaar van de
Commissie tegemoet wordt gekomen
doordat het programma als de tweede
bijlage bij de bestaande Ministeriele
regeling wordt gevoegd. Deze veranke-
ring van het programma in de regeling
houdt geen nieuw beleid in nu het pro-
gramma vorig jaar al is bekend gemaakt
aan de betrokken bestuursorganen en de
uitvoering van het programma reeds in
volle gang is.

De Staatssecretaris van
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening
en Milieubeheer,

P.L.B.A. van Geel.

De Staatssecretaris van Verkeer en
Waterstaat,

M.H. Schultz var Haegen.
3